Onze gewoontes bepalen voor een groot deel wat we eten.
Een recente studie in het International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity in Amerika onderzocht een gewoonte-vorming model om voedingskeuzes te verbeteren. Het bracht interessante, nieuwe inzichten, met name als het gaat om eetgedrag bij kinderen.
Hoe werkt het gewoonte-vorming model?
In een gewoonte-vorming model, kies je eerst een gedrag dat je wenst te adapteren. Zodra het gedrag is gekozen, voer je het uit tijdens een specifieke gebeurtenis of op een bepaald tijdstip. Het basisidee is om het gedrag te oefenen, totdat het een bijna automatisch impuls wordt, dat je weinig moeite kost.
Opzet van het onderzoek
Gedurende vier uur durende huisbezoeken bediscussieerden de onderzoekers eens per 2 weken voedingsgewoontes en aanpassingen met 57 ouders. Het doel van de ouders was om hun kinderen betere voedingsgewoontes aan te leren. Deze voedingsgewoontes werden opgedeeld in 3 categorieën: De ouders probeerden om nieuwe voedingsgewoonten om hun kinderen in drie verschillende categorieën nieuwe gewoontes aan te leren:
- Groenten en fruit
- Gezonde snacks
- Gezonde dranken
Bij ieder nieuw huisbezoek kozen de ouders een nieuwe categorie en benoemden daarbinnen één specifiek doel. Denk bijvoorbeeld aan iedere dag een glas water na school in plaats van frisdrank in de categorie ‘gezonde dranken’. De ouders kregen een formulier waarop ze konden aangeven hoe vaak het hen lukte het gekozen doel te realiseren.
Hoe leek het eetgedrag van kinderen beïnvloedbaar te zijn?
Naar aanleiding van de gestelde resultaten en de behaalde resultaten, bestudeerden de onderzoekers het proces. Ze probeerden een verband te vinden hoe nieuwe gewoontes worden aangeleerd. Hoewel vooral het gedrag op lange termijn nog verder onderzocht dient te worden, zagen de onderzoekers dat er al na twee weken een snelle gedragsverandering plaatsvond. Gedurende de rest van de onderzoeksperiode zagen ze bovendien een langzame, maar verdere verbetering. Dit geeft denk ik hoop voor veel ouders. Want wat eenmaal een gewoonte is, leer je je kids (en jezelf) niet meer zo makkelijk af.
Hoe kun je dit dan het beste aanpakken? Dit kwam er uit het onderzoek:
- Kies één doel. Simpelweg: ‘Drink meer water”, lijkt beter de werken dan “drink meer water en minder vruchtensap.
- Maak het doel specifiek. Meer water blijft natuurlijk een beetje vaag. Één groot glas water werkt al beter
- Voeg een frequentie toe. Een groot glas water na schooltijd lijkt nog beter te werken.
In het onderzoek benadrukken de wetenschappers dat voor het aanleren van nieuwe gewoontes, positief nieuw gedrag stimuleren belangrijk is. Dat kan door het volume van een goede gewoonte te verhogen (van 1 glas water naar 2 bijvoorbeeld) of een slechte gewoonte te vervangen voor een goede (van 1 glas vruchtensap naar 1 glas water). Het enkel verminderen van een slechte gewoonte, leek minder effectief.
- Koppel de gewoonte aan een specifiek moment. Uit het onderzoek kwam naar voren dat gewoontes gekoppeld aan een bepaald evenement of een bepaalde tijd meer kans van slagen hebben. Denk bijvoorbeeld aan fruit na schooltijd of het glas water bij het ontbijt.
Stap voor stap
Wanneer je je kinderen anders wilt laten eten lijkt me bovenstaande aanpak de moeite van het proberen waard. Overdrijf niet, maar pak het stap voor stap aan. Één aanpassing per twee weken lijkt daarbij dus het meest succesvol.
Wat doe jij om je kinderen gezondere keuzes te leren maken? Deel je ervaring, zodat anderen er van kunnen leren.